Vroeg-christelijke teksten en padwerk

De lezingen van het padwerk verwijzen op veel plaatsen naar teksten uit de bijbel. Hier volgt een (niet volledig) overzicht.
N.B. In de kolom 'Bijbel' verwijs ik ook naar vroeg-christelijke teksten die niet in de bijbel voorkomen.
N.B. In de kolom Padwerklezing geeft een q aan dat de bijbeltekst of het onderwerp ter sprake kwam in een van de vragen die tijdens de lezing werden gesteld.

Tekst / onderwerp Bijbel Padwerklezing
Onze Vader Mattheüs 6:9-13 9, 99q
Uw wil geschiede Mattheüs 6:10 9, 15q, 38, 99q
De tien geboden Exodus 20:1-17 1, 102
Maak geen afgodsbeeld. Exodus 20:4 52
Houd de sabbat in ere. Exodus 20:8 63
Gij zult niet doden. Exodus 20:13 79
Eetvoorschriften Leviticus 7:22-27, 11 101, 247a
Besnijdenis Genesis 17:11 247a
Adam en Eva   59q
Genesis   99q
Tuin van Eden   67q
Boom der kennis van goed en kwaad Genesis 2:5, 2:22 66
Job Job 49
De vreze des Heren is het begin der wijsheid. Psalm 11:10
Spreuken 9:10
vgl. Spreuken 1:7
Job 28:28
102
Ieder die kwaad is op een ander, moet zich voor de rechtbank verantwoorden. Mattheüs 5:22 1
Zij eigenen zich de huizen van weduwen toe, en om de schijn op te houden zeggen ze ellenlange gebeden. Zulke mensen staat een strenger oordeel te wachten dan wie ook. Lucas 20:47
Mattheüs 23:14
Marcus 12:40
244
In den beginne was het woord. Johannes 1:1 232
Je naaste liefhebben als jezelf. Mattheüs 22:39 30
Wordt als kinderen. Mattheüs 18:3, 19:14
Lucas 18:17
82
Ieder die mijn woorden hoort maar niet doet wat ik zeg, lijkt op iemand die zo dom was zijn huis op zand te bouwen. De regen viel neer, de rivieren traden buiten hun oevers, de winden waaiden en teisterden dat huis. En het huis stortte in, het werd een grote bouwval. Mattheüs 7:26 250
Want niets is verborgen dat niet aan het licht zal komen, niets is geheim dat niet bekend zal worden. Mattheüs 10:26
Marcus 4:22
Lucas 8:17, 12:2
3
Weersta het kwade niet. Mattheüs 5:39 140, 78q, 154, 197
Iemand de andere wang toekeren als je wordt geslagen. Mattheüs 5:39 244a, 245a
Zalig zijn de armen van geest, want hen behoort het koninkrijk der hemelen. Mattheüs 5:3 245a
Het is voor een kameel gemakkelijker om door het oog van een naald te kruipen dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te komen. Mattheüs 19:24 (67)
U zal geschieden naar uw geloof Mattheüs 8:13, 9:29 190
Wie zoekt zal vinden Mattheüs 7:8 9
Is er onder u iemand die zijn kind een steen geeft als het om brood vraagt ? Of een slang als het om vis vraagt ? Ondanks uw slechtheid weet u aan uw kinderen dus goede dingen te geven. Hoeveel temeer zal dan uw Vader in de hemel goede dingen geven aan wie hem erom vragen ! Mattheüs 7:9-11 192
Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken ? Mattheüs 20:22 76, 192
De letter doodt, maar de Geest geeft leven. 2 Korintiërs 3:6 78
Wie bij mij komt, kan alleen mijn leerling zijn als hij zijn vader en moeder, zijn vrouw en zijn kinderen, zijn broers en zijn zusters haat en zelfs zichzelf. Lucas 14:26 245a
Wie zijn kruis niet draagt, wie niet mijn weg gaat, kan mijn leerling niet zijn. Lucas 14:27 54
Hij die wil leven, moet zijn leven kunnen verliezen. Lucas 17:33 14, 157
Wie heeft, hem zal gegeven worden.   78q
Wie het zwaard trekt, zal door het zwaard vergaan.   244a
Oog om oog, tand om tand.   244a
De eersten zullen de laatsten zijn. Mattheüs 20:16
Lucas 13:30
23
Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal ik mijn kerk bouwen en de poorten van de hel zullen hem niet overweldigen. En u zal ik de sleutels van het rijk der hemelen geven. Mattheüs 16:18-20 23
Zelfs de haren op je hoofd, zijn allemaal geteld. Mattheüs 10:30
Lucas 12:7
34
Ik heb jullie nog veel te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. Johannes 16:12 23
Kerstverhaal Lucas 2:1-20 219, 239
Maria   43
De geest leidde Jezus naar de woestijn waar de duivel hem op de proef zou stellen. Mattheüs 4:1
Marcus 1:12,13
Lucas 4:1-13
22
'En jullie, wie denken jullie dat ik ben ?' vroeg Jezus. Petrus antwoordde : 'U bent de Messias'. Streng verbood Jezus hun er ook maar met iemand over te praten. Marcus 8 : 29,30 19
Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Johannes 14 : 6 248
Goede vrijdag, kruisiging Mattheüs 26:14-27:61
Marcus 14:12-15:47
Lucas 22:1-23:56
Johannes 18:1-19:42
54, 79, 82
Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Mattheüs 27:46
Marcus 15:34
Filippus 60 [72]
82
Pasen, opstanding, verrijzenis Mattheüs 28:1-20
Marcus 16:1-20
Lucas 24:1-49
Johannes 21:11-20
23, 56, 76
Pinksteren,
spreken van vreemde talen
Handelingen 2 14
Verlossing - 22, 137, 162, 258
Wederkomst van Christus Mattheüs 16:27-28, 25:31
Handelingen 1:11
Openbaring 22:7,12,20
239a
Openbaringen   244a
Genade   61, 250
Bijbel   78q, 244a
Nieuwe Testament   245a
Evangelie van Thomas   59
Pistis Sofia   30
Rituelen   70